Dat een bestemmingsplan periodiek moet worden herzien is niet alleen verstandig, maar ook nog eens wettelijk voorgeschreven. Zo ook geschiedde met het bestemmingsplan Zorgvliet en World Forum dat nu zo’n beetje in het procedurele eindstadium is beland. Op 20 september zal de gemeenteraad het ontwerp-bestemmingsplan bespreken na het rituele mondelinge inspraakrondje. Zowel inhoudelijk als procedureel vertoont het plan alle sporen van een angstige, defensieve en visieloze opstelling van de gemeente Den Haag. En dat is – om vele redenen! –wederom teleurstellend.
Zorgvliet vormt een combinatie van een historische villawijk, het park Sorgvliet en het Vredespaleis, die naast een voorname woonkwaliteit in een groene oase ook de kwaliteit van een internationale omgeving kent. Het World Forum is bij uitstek een internationale wijk, die kantoren, congressen en hotels herbergt. Het bestemmingsplan zou die kwaliteiten tot uitdrukking willen brengen en vastleggen daarbij lettend op de status van beschermd stadsgezicht, de ecologische hoofdstructuur en de Internationale Zone. Een spannende zoektocht zou je denken, waarbij de hulp, expertise en betrokkenheid van velen nodig, zo niet onmisbaar zijn.
Helaas, de totstandkoming van een nieuwe versie van dit bestemmingsplan verliep – zoals zo vaak – op een afstandelijke, puur procedurele wijze, waarbij vragen, kritiek, suggesties en alternatieven bij voorbaat in de ambtelijke en bestuurlijke molens werden vermalen. Hoezo, participatiesamenleving? Hoezo Haagse Kracht? Een (nieuw) bestemmingsplan zou toch eerder moeten binden en overtuigen dan tot juridisch en planologisch gehakketak moeten leiden? Ja, maar hier kennelijk niet.
Natuurlijk, ook de gemeente Den Haag heeft belangen en verantwoordelijkheden, maar de geringschattende wijze waarop de reacties van serieuze organisaties zoals het Wijkoverleg Statenkwartier, Stichting Wijkoverleg Zorgvliet, AVN en Stichting SOS min of meer worden afgeserveerd, is kenmerkend voor de opvallend weinig communicatieve houding van de Haagse beleidsbepalers. Den Haag wil zich kennelijk niet realiseren hoe kwetsbaar en belangrijk dit gebied is, verblind door “hogere” belangen, zoals die door de zeer omstreden en planologisch ongelukkige en onveilige vestiging van Europol en Eurojust werden gematerialiseerd. Het commitment met de doelstellingen van de Internationale Zone lijkt in deze context vele malen groter te zijn dan die van de oorspronkelijke kernkwaliteiten van beide gebieden die overigens door de barrière van de Johan de Wittlaan van elkaar gescheiden zijn. Om nog maar te zwijgen van de opvattingen en belangen van bewoners en andere betrokken stakeholders.
De benadering in het nieuwe bestemmingsplan betekent in meer dan een opzicht een negatieve breuk met de gedachte dat dit gebied – niet voor niets beschermd stadsgezicht! – vanuit stedenbouwkundig en architectonisch oog punt uitzonderlijk is omdat het hier grotendeels een particuliere ontwikkeling met een robuuste privaatrechtelijke grondslag betreft die voor een deel (bij de Carnegielaan en Groot-Hertoginnelaan) nog vrijwel intact is. Rond de nieuwbouw van Eurojust is het oorspronkelijk plan van Dudok na de sloop van de Atlantikwall gelukkig nog goeddeels herkenbaar. Het is overigens kwalijk en bestuursrechtelijk nauwelijks te verdedigen dat het ook onlangs tot stand gekomen postzegelplan voor Eurojust niet een integraal onderdeel vormt in dit nieuwe ontwerpbestemmingsplan. Daardoor kunnen de door de forse nieuwbouw van Eurojust ontstane veiligheidsrisico’s en verkeersbewegingen die de onmiddellijke omgeving belasten niet in breder ruimtelijk verband worden opgelost.
Fundamenteler – en dat blijkt ook uit de ingediende (slechts vijf en dat is veelzeggend!) – zienswijzen – is de kritiek op de wijze waarop het bestemmingsplan de bestaande en toekomstige ruimtelijke structuur is vastgelegd. Er zijn weinig signalen noch waarborgen opgenomen dat de al ingezette ontwikkeling waarbij het juridisch beschermde villapark langzamerhand verwordt tot een (internationaal) brainpark kan worden beteugeld. De geleidelijke uitbouw van de kwaliteiten van de naoorlogse wederopbouw gaat ten koste van de kwaliteiten van het villapark. Er zijn daarover grote zorgen geuit, zoals over de status van karakteristieke panden die al dan niet als cultureel erfgoed te boek staan als rijksmonument. De gemeente Den Haag verwijst daarbij naar de bestaande, formele situatie en is kennelijk niet bereid toevoegingen of eigen uitbreidingen aan te brengen. Daarbij komt dat ambassades – die vaak in monumentale panden zijn gehuisvest – in principe niet gebonden aan onze nationale regels – en dus hun gang kunnen gaan. De gemeente maar ook het Ministerie van Buitenlandse Zaken blijken keer op keer zeer omzichtig (diplomatie?) te handelen en reageren waardoor menige boom kan worden geveld of erker worden gesloopt.
Ook is – door de stichting SOS Den Haag– gewezen op het ontbreken van een met de levendige kappencomposities, lage goten, risalieten en opgetrokken massa’s die het stadsgezicht mede vormen samenhangende borgingsmethode die ertoe kan leiden dat geen nieuwbouw of renovatie plaatsvindt met sterk afwijkende hoogten of bouwvolumes.
Er is (nog) veel meer kritiek geleverd op het bestemmingsplan, maar vrijwel alle opmerkingen zijn ongegrond verklaard. Dat mag en dat kan, maar omdat het ontbreekt aan enige toeschietelijkheid of een adequate inhoudelijke argumentatie van de zijde van de gemeente blijft er een katterig gevoel achter. Het gaat hier toch niet om gelijk krijgen of hebben? Het zou moeten gaan om een toekomstgericht plan waarin zoveel mogelijk betrokkenen zich kunnen vinden op basis van een open en flexibel planproces. Dat is hier helaas duidelijk niet het geval. Het toekomstige bestemmingsplan voldoet nu niet aan de wettelijke eis de te beschermen waarden te benoemen en te beschermen.
Peter Drijver (Scala Architecten) & Robbert Coops (Coops Public Affairs)
Lees ook het bericht van de gemeente over de hoorzitting bestemmingsplan Zorgvliet en World Forum: bericht gemeente bestemmingsplan Zorgvliet